Nout Steenkamp
Nout Steenkamp (Den Haag 1962) was als 13-jarige al druk in de weer met camera’s. Na het gymnasium wilde Nout eigenlijk wielrenner worden, of fotograaf. Maar hij koos uiteindelijk toch voor een heel andere richting. Hij ging Industrieel Ontwerpen studeren in Delft. Daarnaast bleef hij fanatiek fietsen en fotograferen, alleen op doktersadvies wel zelden tegelijk. In 1985, nog tijdens zijn studie, deed zich de mogelijkheid voor om aan de slag te gaan voor het universiteitsblad. Aanvankelijk ging het nog om een enkele foto per week, maar al snel viel zijn werk op en verschenen zijn reportages en portretten ook in de landelijke bladen als Intermediair, Financieel Dagblad, NRC en Vrij Nederland. Tijd om de studie aan de wilgen te hangen, en zich verder volledig op de fotografie te richten.
Nog steeds werkt Steenkamp in opdracht van magazines (o.a. Arts&Auto) en diverse vakbladen, waarbij tegenwoordig de nadruk vooral ligt op de portretfotografie. Wat minder bekend is dat Nout zich ook altijd bezig heeft gehouden met een totaal ander soort fotografie: Als tegenwicht voor het drukke hectische bestaan met strakke deadlines, gaat hij ook geregeld op pad om in alle rust te werken aan fotoseries, waarbij niet zozeer het verhaal er achter van belang is, maar echt puur het uiteindelijke beeld. Met eindeloos geduld kan Steenkamp dan bezig zijn met perfectioneren van het plaatje. Een perfectionist mag je hem dan ook gerust noemen. Waar hij de journalistieke foto’s liefst in zwart-wit maakte, zijn de fotoseries die hij nu maakt juist zeer kleurrijk. Eerst waren er de Scheepshuiden, vervolgens een serie over de bunkertjes (groepsschuilplaatsen type P) van de Hollandse Waterlinie, en sinds begin 2020 is Nout geregeld ’s nachts op pad voor weer een volgend serieus groot project: Betuws Nachtleven
In het duister struint hij door weilanden, boomgaarden, vage bosjes en zompige grienden, waar hij op de een of andere manier altijd weer verrassende foto’s weet te maken. Kleurrijk, mysterieus en intrigerend.